In de schemerende avond trekt een harde gil op de gang ons uit de keuken van het studentenhuis. Een meisje gilt bij de badkamerdeur van Johan’s kamer: “hij hangt, hij hangt!” Johan hangt, aan een touw aan de dikke leidingen in zijn badkamer. In een reflex tilt mijn buurman de jongen aan zijn benen op en in een flits staat een andere jongen met een mes het touw kapot te snijden. Iemand belt een ambulance. Het touw knapt en Johan zakt op de grond, met blauwe lippen maar ademend! Iemand gooit water in zijn gezicht, praat op hem in. Johan haalt het. Had hij zijn daad getimed zodat hij op tijd gevonden zou worden? Heeft hij gewacht tot de vriendin aan zou bellen en iemand haar binnen zou laten? Was het een ‘roep om aandacht’? De ambulance neemt Johan mee. Het meisje is ongemerkt vertrokken. Wij praten nog lang na. Wat als…
Na twee dagen is Johan terug op de gang. Hij zegt niets, ook niet tegen de jongens die hem behoed hebben voor het stikken. Hij praat nergens over, wij ook niet. We ontwijken elkaar in onze houding en onze blikken. Ik vraag me vaak af wat er in hem omgaat. Maar toenadering zoeken doet niemand: er gaat iets akelig dreigends van hem uit. We zijn alle dertien niet opgewassen tegen deze complexe jongen. We weten ons geen raad met hem. Dus doen we of er niets gebeurd is, zoals hij dat ook doet.
Na mijn verhuizing uit de studentenflat kom ik Johan nog twee keer tegen. Beide keren op de intensive care, na een overdosis insuline. Hij blijkt al sinds zijn kindertijd diabetes type I te hebben, de insuline-afhankelijke diabetes. Niemand van ‘de gang’ wist dit over hem. Misschien waren zijn grote woede bij de boomstam en zijn poging zich op te hangen het gevolg van slecht gereguleerde bloedsuikers. De eerste overdosis insuline leidt net niet tot een coma. Johan gaat terug naar de verpleegafdeling en ik vergeet hem weer. De tweede keer zie ik hem op de IC terug in een diep en uiteindelijk fataal insulinecoma. Hij is eenentwintig als hij overlijdt. Was dit echt zijn bedoeling? De ‘mislukte’ ophanging, de eerste ‘mislukte’ insuline-overdosis: waren het pogingen om aandacht te krijgen of pogingen om zijn leven te stoppen? Wat was de bedoeling deze allerlaatste keer?
Samen met een collega rijd ik hem naar het mortuarium in de kelder. We schuiven hem in een willekeurige cel, teenkaartje aan de voet, naamkaartje op de deur. Johan. Ik wist niks van hem, wij wisten niks van hem, terwijl we samen woonden op één gang. Wat als…? Wat als we toch meer ons best hadden gedaan hem in de ogen te kijken? Ik sluit de ijskoude deur van zijn ijskoude cel. Ik voel me beroerd. En koud.
hettyomvlee@schrijfburokoprollen.nl 06-53968660
Samenwerking met: KORTDOCS, films van Rijk-willem Schmelter, www.kortdocs.nl
copyright | SCHRIJFBURO KOPROLLEN