Indonesië 1946: hij is militair in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Herinneringen zuigen meneer Pauw terug naar die vreselijke tijd. ‘s Nachts gaat hij naar beneden in de duster van zijn overleden vrouw. In die duster zoekt hij naar restjes van haar kalme bescherming tegen de onverdraaglijke herinneringen. Nu zij weg is komen de beelden terug, dag en nacht. Er is niemand anders met wie hij over zijn herinneringen wil praten.
“Niemand kan toch ooit begrijpen wat ik daar heb meegemaakt. Man tot man gevechten”... Hij zakt nog dieper weg in zijn bank. Ik sta er met lege handen bij.
Oude mensen in de stilte van hun verlaten huis: ik vind dat moeilijk. Met enig fronsen bekijk ik op sociale media al die overheids -en buurtinitiatieven om eenzaamheid bij ouderen te bestrijden. Ik frons niet van de initiatieven zelf: er zijn veel mensen die opfleuren van het wekelijkse koersballen en de koffietafel en het is belangrijk om deze dingen aan te bieden. Ik frons wel van de hooggespannen verwachtingen van overheid en welzijnsorganisaties. Eenzaamheid bij ouderen is meer dan gebrek aan aanspraak. Het is een optelsom van het gemis van geliefden, gemis van betekenisvol zijn voor een ander, gemis van samenheid door een gedeelde geschiedenis en vaak ook ‘het allemaal wel gezien hebben’. Die eenzaamheid bestaat door alles heen. Misschien heeft deze eenzaamheid een functie: ons helpen het naderende einde te accepteren. Misschien moet je om vrede te hebben met de dood uitkijken naar het einde omdat je dan verlost bent van je eenzaamheid, of van een andere zwaar gewicht. Hoe kan je anders je hele leven loslaten?
Het is belangrijk dat zorgverleners en welzijnswerkers zich inzetten om sociaal isolement te bestrijden. We moeten zoveel mogelijk mensen laten voelen dat ze meetellen, dat hun bestaan er toe doet en opgemerkt wordt. Dat is een haalbaar doel. Maar eenzaamheid bestrijden? Die optelsom van gemissen? Ik denk dat die levenslaag vaak onbereikbaar is voor hulp.
Ik zie het bij meneer Pauw. Vorige week vroeg hij zijn kinderen bij zich en stopte vervolgens met eten en drinken. Ze bleven samen tot aan zijn overlijden. Meneer Pauw was geliefd en zeker niet sociaal geïsoleerd. Maar eenzaam was hij wel, in zijn herinneringen en zijn gemis. En daar kon niemand hem bij helpen. Met lege handen erbij staan en dat verdragen: meer kan je soms niet doen.