De verzorgende vraagt of ik het goed vind dat ze de gift morfine een uur later geeft zodat het schema gelijk gaat lopen met de midazolamgift. Dat geeft minder verstoring voor de patiënt die palliatief gesedeerd wordt. Omdat de patiënt ergens tussen twee giften morfine in startte met de slaapmedicatie komen de verzorgenden nu om de twee uur de patiëntenkamer in. De afgelopen 24 uur hebben ze steeds wat tijd ‘ingelopen’ maar nu willen ze beide giften door dat ene uur helemaal naar elkaar toetrekken. Ze denken dat het kan maar vind ik het goed?
Het synchroniseren lijkt mij ook wenselijk en acceptabel. De patiënt ‘slaapt’ al een etmaal zonder enig teken van onrust of pijn. De ogen zijn dicht, de ademhaling rustig met korte pauzes, geen grimas of frons op het voorhoofd. Ik schat in dat het kan, een uur langer wachten met de gift morfine. Het scheelt een hoop onrust van het openen van de medicijnkast, het scheuren van de verpakkingen en het klaarmaken van de spuiten. Ik geef akkoord op het verzoek van de verzorgende.
De patiënt was mijn pa, ik was de dochter. Ik was ook de ervaren verpleegkundige, hoewel niet in de palliatief terminale zorg. Sinds pa ziek werd bezocht ik met hem de specialisten en de huisarts. Zij belden en overlegden met mij, op verzoek van mijn pa. Deze rol ging stilzwijgend door in het verpleeghuis waar pa in zijn laatste weken verzorgd werd. Hij vertrouwde mij in deze taak.
Ik geef de verzorgende akkoord voor het uitstellen van de morfinegift. Het uur gaat rustig door tot pa plotseling met opengesperde ogen rechtop in bed zit, de armen maaiend in de lucht, bevangen door doodsangst. In paniek zoeken we hulp: ‘doe wat! Het gaat niet goed!’ Terwijl ik bij mijn pa sta dreunt in mij een stem: 'shit, shit!…. Mijn schuld. Mijn schuld…'
De hulp komt, pa krijgt zijn giften midazolam en morfine, de rust keert terug. We praten na: kwam het door de uitgestelde morfinegift? Ik voel me verantwoordelijk maar niemand neemt me iets kwalijk. De stem dreunt vragen op: waarom dacht ik dat ik op het verzoek akkoord kon geven terwijl ik nauwelijks ervaring heb met continue palliatieve sedatie? Waarom liet ik gebeuren dat ik in die rol gezet werd terwijl ik als dochter bij pa waak? Hoe kan het dat ik de verantwoordelijkheid voor de beslissing niet teruggaf aan de verzorgende en haar team? Vond ik dat deze beslissing van mij verwacht kan worden, vanwege mijn professionele achtergrond?
Ik heb lange tijd met die schuldstem rondgelopen. Inmiddels weet ik dat de uitgestelde morfinegift niet de oorzaak is geweest voor pa’s angstige moment. En natuurlijk had de verzorgende deze vraag niet aan mij mogen stellen. Lessen zijn geleerd. Ook in het hospice ontmoet ik mensen in hun dubbelrol: ze vervullen de taken van naaste én professional vaak onbewust en als vanzelfsprekend. Dat brengt veel moois maar ook risico's met zich mee. Kan je als naaste in een emotionele situatie wel tegelijkertijd een betrouwbare professional zijn? En wil je dat? Of moet je dat? Van jezelf of denk je dat anderen dat van je verwachten?
Laten we als zorgverleners deze dubbelrollers herkennen en hen een voorstel doen:
kies voor de hoofdrol: die van naaste. Die rol is onbetaalbaar kostbaar en uniek. Professional kan je de rest van je leven nog zijn.
hettyomvlee@schrijfburokoprollen.nl 06-53968660
Samenwerking met: KORTDOCS, films van Rijk-willem Schmelter, www.kortdocs.nl
copyright | SCHRIJFBURO KOPROLLEN