Soms moet je een risico nemen en uitspreken wat je denkt dat hardop gezegd moet worden maar waarvan je niet zeker weet of het goed is. Ook of juist aan het sterfbed.
Meneer Pieter is een week geleden naar het hospice gekomen. Door de ernstige benauwdheid ziet deze eigengereide moeilijk toegankelijke man zich genoodzaakt hulp te verdragen. Hij zoekt zijn weg in het omgaan met deskundige goedbedoelende verpleegkundige en medische adviezen maar het is duidelijk dat hij eigenlijk helemaal geen bemoeienis wil. Hij is prikkelbaar en kortaf in het contact. Afstand houden: alles aan hem straalt die boodschap uit.
Als ik binnenkom bij Pieter zit hij voorovergebogen op de bedrand, stikbenauwd, zijn schouders opgetrokken en zijn armen steunend op zijn bovenbenen. Met alles wat hij heeft trekt hij zijn longen open. Hij kan geen woord spreken, alleen maar happen naar adem. Ik geef hem morfine om het benauwdheidsgevoel te dempen en blijf bij hem zitten, wacht even af wat er gebeurt. Zijn nagels worden blauw, zijn blote dunne benen kleuren roodpaars. Pieter vecht voor lucht, maar ook de snel gegeven tweede dosis morfine geeft geen verlichting. Ik hurk mezelf in Pieters blikveld en leg een hand op zijn knie, om zijn aandacht te pakken.
‘Pieter, ik denk dat je het niet gaat redden man. Ik denk dat de dood heel dichtbij is. Ik denk dat je heel snel gaat overlijden’. Pieter kijkt me aan. ‘Denk je dat zelf ook’, vraag ik. Pieter knikt. ‘Sterven’, fluistert hij. ‘Sterven’.
‘Is dat ook wat je wilt Pieter, sterven?’ Een knik. ‘Ik zie hoe zwaar het voor je is. Ik kan je medicatie geven om je te helpen te slapen, zodat je deze benauwdheid niet meer voelt. Wil je dat?’ Een knik. Om zeker te zijn van zijn wens stel ik nog één vraag: ‘misschien word je niet meer wakker omdat je lichaam het niet meer volhoudt. Is dat oké voor je Pieter?’ Weer een knik. En een heel zacht ‘dank je’.
Pieter voelde dat hij ging sterven. Ik zag dat ook. Het hardop uitspreken en delen van dit besef opende een vrijheid en nabijheid tussen ons die ook mij bijna de adem benam. Dankzij dit moment met Pieter ben ik vaker de ruimte tussen de stervende patiënt en de naasten open gaan leggen. Soms zijn mensen zo liefdevol en zacht voor elkaar dat ze elkaar willen beschermen door niet uit te spreken wat ze allemaal wel zien of voelen: ‘je gaat bijna sterven, de dood is heel dichtbij’. ‘Ik ga bijna sterven, de dood is heel dichtbij’. Dat wél weten maar niet benoemen houdt de mooiste afscheidswoorden en liefdesverklaringen tegen. Stervende mensen die hun ouders, partner, broers, zussen of kinderen willen beschermen door niet te laten merken dat ze aan het sterven zijn. Sinds Pieter weet ik wat ik kan doen om hen de kans te geven de open vrijheid en nabijheid te ervaren die juist het hardop uitspreken ze kan geven.
‘Ik zie dat je het zwaar hebt, ik denk dat je nu snel gaat overlijden, denk je dat zelf ook?’ Altijd aftastend, nooit als stokpaardje, maar met voelsprieten uit in aanwezigheid van de naasten direct in gesprek met de stervende. Zacht en rustig: ‘is dat goed voor je, dat je gaat sterven nu? Wil je dat ook?’ Een knikje of een zacht ‘ja’ van de stervende, het zien van de bewuste overgave aan de dood: het is een ongelooflijk waardevolle kans voor een bewust afscheid in de open vrije ruimte van liefde voor elkaar.
En vaak zijn er helemaal geen woorden nodig. Juist niet. Het is de prachtige en krachtige uitdaging voor zorgverleners in de terminale zorg om dit altijd opnieuw behoedzaam aan te voelen.
hettyomvlee@schrijfburokoprollen.nl 06-53968660
Samenwerking met: KORTDOCS, films van Rijk-willem Schmelter, www.kortdocs.nl
copyright | SCHRIJFBURO KOPROLLEN